Dromedarissafari?
Blijf op de hoogte en volg Anke
31 Oktober 2016 | Spanje, Vilaflor
Onze reis begon vanochtend op München Airport.
We vlogen vanaf Terminal 2, maar Gergö wist het pinautomaat in Terminal 1 beter te vinden, dus:
Naar Terminal 1, pinnen, naar Terminal 2.
‘Hé, dat is gek. Ik zie Iberia hier niet bij staan,’ aldus Gergö. ‘Oh, oeps, het is toch Terminal 1.’
Dus weer terug naar Terminal 1. (volg je het nog?)
‘Welke gate was het ook alweer?’ vroeg ik Gergö.
Dat wist hij niet meer, maar het moest sowieso A, B of C zijn. (het was D)
Toen we ons eenmaal geheel in Iberia stijl op onze vliegtuigstoel hadden gevouwen, (knieën tegen je neus, en we willen allebei werken, dus dat betekent drie uur verwoede pogingen om met je ellebogen wat ruimte te claimen om te typen) ging het lekker vlot.
We vlogen naar Madrid en hadden een overstap van een half uur. Gaf niks volgens Gergö, de gate was toch in dezelfde hal.
‘Hal’ bleek in dit geval een breed begrip. Letterlijk. Van de ene naar de andere kant was ongeveer een half uur lopen, maar wij hebben het allemaal gemakkelijk gehaald en konden zelfs nog broodjes kopen.
In het tweede vliegtuig begon de vakantievoorpret. Wandelgids erbij en alvast uitzoeken welke routes we gaan lopen. Gergö wilde nog snel verder bladeren, maar ik had het al gezien: ‘Hééé, we kunnen ook op dromedaris safari!’
Na nog een paar uurtjes vliegen, landden we op Tenerife. We hebben onze auto opgehaald, proviand ingeslagen bij de Lidl en zoefden al snel over de snelweg naar onze eerste stop: Vilaflor.
Op een gegeven moment had onze GPS (laten we Henk zeggen) ineens trek in avontuur en heb ik nog ergens een illegale u-turn gemaakt omdat Henk wilde dat we rechtsaf zouden gaan, wat ertoe leidde dat we echt recht een berg op reden over een soort zandpad.
Gelukkig kwamen we na vijf minuten van ‘Wat ís dit voor weg?’ ‘Is dit iemands achtertuin?’ ‘Zijn we weer per ongeluk op militair terrein beland?’ (Griekenland, 2011) gewoon uit op de plek waar we moesten zijn.
Inmiddels zijn we in ons hotel-voor-een-nacht ergens boven op een berg. Ik ben mijn oriëntatie wat kwijt omdat ik er in het donker heengereden ben, maar volgens Gergö waren er peilloze afgronden en zitten we erg hoog. Ik zag ook allerlei flarden wolken voorbij mijn auto vliegen, dus ja, dan weet je dat je hoog zit. Het is hier echt dood- en doodstil, heerlijk! Prachtig hotel, met buiten overal verschillende relaxstoelen en personeel dat na sluitingstijd nog best even heet water in mijn thee-beker wil doen. We zitten in de invalidenkamer en hebben al erg veel lol gehad om het feit dat die invaliden dan wel eerst met hun rolstoel een trap af moeten, of door het zwembad.
Voor ons maakt het weinig uit, wij genieten gewoon van de loeigrote badkamer.
Gergö concludeerde net dat onze buurman een leuk poortje naar de badkamer heeft dat wij niet hebben, maar we zagen ook dat hij naarstig met een krant op vliegenjacht was en dat hoeven wij dan weer niet.
(Ik voel mij nu net mn moeder, die gaat in bungalowparken bij andere huisjes naar binnen gluren om te kijken wat dan het verschil is tussen ‘luxe’ en ‘zeer luxe’)
(sorry mam, it’s out there)
Oké, dit verhaal is alweer veel te lang voor alleen maar een reisdag. Morgen gaan we op ontdekkingsreis door het vulkaanlandschap, nu eerst maar eens lekker slapen.
-
01 November 2016 - 09:26
Veera:
Heerlijk eerste verslag. Ik wil daar ook zijn.
xoxox
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley